Over dit artikel
- 09 maart 2023
- Interview
- Vastgoed & Huisvesting
Het is hét thema van 2023 binnen de zorg: de scheiding van wonen en zorg. Bij alle partijen is nog veel onduidelijkheid over de ontwikkelingen binnen de diverse doelgroepen, de visie van de overheid en de praktische uitvoering. AAG voerde voor de Directie Langdurige Zorg van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een onderzoek uit naar de effecten van deze actuele ontwikkelingen binnen de zorg. Merel Notenboom, financieel beleidsmedewerker bij het ministerie, geeft een toelichting op het onderwerp én de resultaten van het onderzoek.
“Het scheiden van wonen en zorg is onderdeel van het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO). In dit programma wordt gewerkt aan het anders organiseren van de zorg voor ouderen om de zorg ook in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Er zijn vijf actielijnen. Daarin wordt gewerkt aan samen vitaal ouder worden, een sterke basiszorg voor ouderen, passende Wlz-zorg, ‘Wonen en zorg’ voor ouderen en Arbeidsmarkt en Innovatie. Gezien het arbeidsmarktvraagstuk, de wijzigende behoefte van de cliënt en het vraagstuk van de financiële houdbaarheid is het noodzakelijk om ook de verpleegzorg anders te organiseren. Crisissituaties en niet passende zorg moeten zoveel mogelijk worden voorkomen.”
“Bij het programma past inderdaad het uitgangspunt dat zorg zoveel mogelijk buiten de instelling wordt geleverd en dat cliënten zelf de woonlasten betalen. Om dit mogelijk te maken zal de zorgverlening buiten de instelling worden geïntensiveerd via VPT-thuis (zoals bijvoorbeeld het concept Prettig thuis van Zorgbalans) en de ontwikkeling van nieuwe geclusterde woonvormen zoals Liv-Inn in Hilversum) waar zorg via VPT en MPT kan worden geleverd. Dit sluit aan op de trend dat VPT en MPT de laatste jaren sterk toenemen en de zorg in een instelling stabiliseert. We volgen hiermee de ontwikkeling die in de samenleving al gaande is. Een vervolgstap kan zijn dat cliëntgroepen in beeld worden gebracht voor bewoners die aan criteria voldoen waar wonen, zorg en ondersteuning in samenhang dient te worden aangeboden op basis van de Wlz (het ‘omslagpunt’). Deze ouderen zouden dan in aanmerking komen voor een verpleeghuisplaats. Voor andere ouderen met een Wlz-indicatie is zorg buiten de instelling beschikbaar.”
“Het belangrijkste is dat ouderen in de toekomst steeds meer zelf gaan – en moeten – nadenken over hun volgende levensfase: waar wil ik wonen, welke zorg kan ik zelf organiseren, hoe ziet mijn sociale omgeving eruit?
Om het WOZO-programma te kunnen uitvoeren zijn resultaten nodig in alle actielijnen. Prioriteiten zijn het bevorderen van zelfredzaamheid van ouderen, het bouwen van voldoende woningen voor ouderen en de uitbreiding van het aanbod ondersteuning en zorg thuis. Deze activiteiten in de actielijnen moeten allemaal uitgevoerd worden om ook scheiden van wonen en zorg succesvol te laten verlopen.
“Daarom is het belangrijk dat er een maatschappelijke dialoog op gang komt over zorg voor ouderen, nu en in de toekomst. Want inderdaad: niet iedereen is zich ervan bewust dat de zorg voor ouderen echt moet veranderen om de zorg in de toekomst ook toegankelijk en betaalbaar te houden. Daarom zouden mensen zich beter moeten voorbereiden op het ouder worden. Zij kunnen bijvoorbeeld nadenken over waar zij willen wonen als zij zorgbehoevend zouden worden. Is er misschien een appartement in de wijk waar de voorzieningen in de buurt zijn? Zijn er buren die eventueel behulpzaam kunnen zijn? Welke technologie zou helpen als er een zorgvraag ontstaat?
Voor ouderen is het prettig als ze zorg kunnen ontvangen in de woonomgeving die ze zelf hebben gekozen. Dat zou een omgeving zijn met een scheiding tussen wonen en zorg. Dat vraagt om de bouw van voldoende passende woningen, maar het is ook belangrijk dat de zorg geleverd kan worden buiten de instelling. Dus in een woning waar wonen en zorg gescheiden zijn. Er wordt nu vol op ingezet om het aanbod van de extramurale Wlz zorg uit te breiden.”
“Wij zien op dit gebied grote verschillen tussen regio’s, zorgaanbieders en andere partijen. Er zijn regio’s waar veel mensen al gebruik maken van zorg in een omgeving waar wonen en zorg zijn gescheiden, maar er zijn ook regio’s waar dit nog in de kinderschoenen staat. Dat is natuurlijk ook afhankelijk van de vraag of er al een regionale woondeal is afgesloten onder regie van lokale partijen zoals gemeenten, zorgkantoor, zorgbestuurders en woningbouw coöperaties. Wij zien voor VWS een belangrijke rol weggelegd om kennisuitwisseling te stimuleren en faciliteren. Met een duidelijke visie vanuit het kabinet en met duidelijk beleid vanuit VWS stimuleren wij zorgkantoren, zorgaanbieders maar ook woningbouwcorporaties om stappen te zetten naar het scheiden van wonen en zorg.”
“Scheiden van wonen en zorg is nu geconcentreerd bij de ouderenzorg. Dit wordt mede veroorzaakt door de differentiatie tussen de doelgroepen: de zorgvraag en ook de duur van de zorgvraag is anders bij ouderen dan in de VG.
Een belangrijke overeenkomst is dat alle doelgroepen een zorgvraag hebben. Wij stimuleren daarom bij alle doelgroepen persoonsgerichte zorg en proberen ook met beleid zoveel mogelijk de wensen van de doelgroep te volgen.”
“In diverse gesprekken vingen we signalen op dat zorgaanbieders soms vragen hebben over de manier waarop ze het beste kunnen omgaan met de transitie naar scheiden van wonen en zorg. De kennisvragen die naar voren kwamen in de gesprekken waren vaak verschillend en hadden betrekking op verschillende thema’s. Daarnaast wilden wij graag weten hoe wij zorgaanbieders het beste kunnen ondersteunen bij deze kennisvragen. We hebben er daarom voor gekozen om een onderzoek* te laten uitvoeren door een extern onderzoeksbureau, zodat we een duidelijk en volledig beeld zouden krijgen van de kennisvragen bij zorgaanbieders én van de mogelijke opties voor ondersteuning.”
“Jazeker. Wij hebben meer duidelijkheid gekregen in het vraagstuk dat bij ons lag over de mogelijke kennisvragen bij zorgaanbieders. Bovendien hebben we ideeën voor ondersteuning bijgestuurd op basis van het resultaat van dit onderzoek.
“Het belangrijkste resultaat is dat we nu zicht hebben op het bredere perspectief. In het onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat naast de behoefte aan vastgoedkennis door zorgaanbieders er ook behoefte is aan meer informatie over de uitgangspunten van het kabinetsbeleid. Zij geven aan dat duidelijkheid vanuit de overheid nodig is om succesvol te kunnen werken aan de transitie naar scheiden van wonen en zorg. Voor VWS is dit een signaal en wij verwachten dat met het gezamenlijk programma (BZK/VWS) ‘Wonen en zorg voor ouderen’, dat op 23 november 2022 aan de Tweede Kamer is aangeboden, meer duidelijkheid is gegeven.”
“VWS probeert in de komende periode meer duidelijkheid te geven omtrent de transitie naar scheiden van wonen en zorg. Daarnaast zijn wij in gesprek met ZN en zorgkantoren zodat wij hen ook informatie geven die zij kunnen gebruiken bij de inkoop van zorg. Dit geeft ook duidelijkheid aan zorgaanbieders in verband met de afspraken die zij kunnen maken met zorgkantoren. Verder hebben wij middelen beschikbaar gesteld om ook samenwerking in de regio te bevorderen.”
“VWS heeft transitiemiddelen beschikbaar die ondersteunen in de transitie naar scheiden van wonen en zorg. Zo komt dit jaar een subsidie beschikbaar om de extra bouwkosten te mitigeren en zijn er middelen beschikbaar voor de zorgkantoren om regionale initiatieven te ondersteunen. Verder wordt geïnvesteerd in een handreiking geclusterde woonvormen en kan via Waardigheid en Trots op locatie gerichte ondersteuning aan zorgaanbieders worden gegeven.”
Deel dit interview